In 1995 maakte ik de genocide in Srebrenica mee. Ik overleefde het, maar mijn vader en duizenden anderen niet. Eind van dit jaar sta ik met het verhaal over mijn leven in Srebrenica in theaters in het hele land.

Kort nadat Tito overleed werd ik geboren in het communistische Joegoslavië, om precies te zijn in Srebrenica in Bosnië. Voor de zomer van 1995 hadden nog maar weinig mensen buiten het voormalige Joegoslavië gehoord van dit kleine stadje, genoemd naar de zilvermijnen die door de Romeinen werden ontdekt. Na juli 1995 werd Srebrenica wereldnieuws. De zogenaamde ‘safe area’ werd het toneel van de grootste naoorlogse genocide op Europese bodem.

Mijn vader, Rizo Mustafic, werkte met veel plezier voor de Nederlandse blauwhelmen (Dutchbat 1, 2 en 3) in Srebrenica. Door zijn werk kwamen Dutchbatters ook bij ons thuis, zo hebben we bijvoorbeeld samen Kerst gevierd. Omdat mijn vader voor Dutchbat werkte, mocht hij rekenen op extra bescherming tijdens de val van de enclave. Helaas, het ging anders. Door ‘miscommunicatie’ werd hij van de compound afgestuurd en kwam hij in de handen van de vijand. Deze miscommunicatie betekende zijn dood.

De Nederlandse Staat ontkende in eerste instantie dat mijn vader ooit voor ze had gewerkt. Toen we vervolgens een doorlopende arbeidsovereenkomst overhandigden, werd het verhaal aangepast. 12 jaar lang moesten wij een  juridische strijd met de Nederlandse staat uitvechten. Uiteindelijk werden we in ons gelijk gesteld door de Hoge Raad in 2013, de Nederlandse staat was verantwoordelijk voor de dood van mijn vader. Het arrest Mustafic is niet alleen baanbrekend voor ons persoonlijk. De hele wereld volgde dit arrest met grote belangstelling omdat het gevolgen kan hebben voor alle toekomstige vredesmissies. Het hof was duidelijk: wie beslist, die is verantwoordelijk. Onbedoeld haalden wij weer het wereldnieuws. Een jaar na het arrest en 16 jaar na zijn dood hebben we de overblijfselen van mijn vader gevonden en begraven.

Mijn missie

Mijn missie is kennis en ervaring met betrekking tot genocide verspreiden om te zorgen dat er niet nog een Srebrenica komt.

Tevens wil ik verbinding tussen de Nederlandse en Bosnische gemeenschap creëren, niet alleen met DB-veteranen en de nabestaanden maar met de gehele gemeenschap. Mijn doel is om meer met elkaar in plaats van over elkaar te praten. Zo kunnen we een collectieve herinnering creëren dat recht doet aan alle betrokkenen. Uiteindelijk wil ik dat we in staat zijn een open publiek en politiek debat over Srebrenica te voeren. Dat is tot heden niet gelukt. 

Als je de ene genocide vergeet dan begint de volgende

Elie Wiesel
Holocaust-overlevende en nobelprijswinnaar